Vragen en opmerkingen van werkgevers

tijdens de werkgeversbijeenkomst van 8 oktober 2015

De aanwezige werkgevers stelden meerdere vragen tijdens de werkgeversbijeenkomst. Ook werd een reactie van het fonds gevraagd op een aantal opmerkingen. Klik op de onderstaande link voor alle vragen, antwoorden, opmerkingen en reacties.

1. Aansluiting pensioenadministratie op Sociale Verzekeringsloon (SV-loon)

Vraag:

Is het mogelijk om de gegevens in de pensioenadministratie, zoals salaris en parttimepercentage, te baseren op het SV-loon? Dat zou het proces eenvoudiger maken.

Antwoord: 

De definitie van het bruto loon in de cao van de Groothandel in Levensmiddelen komt niet overeen met de definitie van het SV-loon. Het bovenstaande is daardoor vooralsnog geen optie. In de toekomst wordt nagegaan of het mogelijk is om beide definities op elkaar te laten aansluiten.

2. Standaard omzetting ouderdomspensioen in partnerpensioen  

Opmerking: 

In het Uniform Pensioenoverzicht (UPOAfkorting voor Uniform Pensioenoverzicht. Een persoonlijk pensioenoverzicht dat deelnemers ontvangen van hun pensioenfonds.) per 31 december 2014 (oude regeling) staat dat het ouderdomspensioen op de pensioendatum of bij uitdiensttreding automatisch wordt omgezet in een verlaagd ouderdomspensioen en een nieuw partnerpensioen. Daarbij wordt aangegeven dat het ouderdomspensioen met gemiddeld 15% wordt verlaagd. Dit percentage klopt echter niet wanneer het een persoon betreft die al vóór 1 januari 2001 deelnemer was. In de pensioenregeling tot 2001 was namelijk sprake van een partnerpensioen op opbouwbasis dat niet voor uitruil in aanmerking komt.

Reactie:   

Deze constatering is juist. Dit heeft te maken met het feit dat werknemers die vóór 1 januari 2001 al deelnamen aan de pensioenregeling, een partnerpensioen op opbouwbasis hebben. Als een van deze werknemers uit dienst treedt of met pensioen gaat, wordt bij de uitruil geen rekening gehouden met het ouderdomspensioen en partnerpensioen dat hij of zij vóór 2001 heeft opgebouwd. Alleen het ouderdomspensioen dat is opgebouwd vanaf 2001 komt in aanmerking voor de uitruil. Daarop is de verlaging van 15% ook gebaseerd. Als vervolgens de opgebouwde pensioenaanspraken van vóór 2001 worden opgeteld, dan wijkt dit percentage inderdaad af.

In het volgende UPO is dit niet meer van toepassing, doordat ook in de regeling vanaf 2015 weer sprake is van partnerpensioen op opbouwbasis. Desalniettemin wordt bij het opstellen van de volgende UPO’s extra aandacht besteed aan dit onderdeel.

3. Beëindiging VPL-regeling

Opmerking: 

Een aantal werkgevers vindt dat de afhandeling van de beëindiging van de VPL-regeling lang duurt. De deelnemers die aanspraak maken op deze regeling, weten niet waar zij aan toe zijn.

Reactie: 

Het bestuur is zich ervan bewust dat de afhandeling geruime tijd in beslag neemt. We dienen als fonds echter de nodige stappen te zetten voordat deze regeling definitief kan worden beëindigd. Het bestuur vindt het belangrijk om dit proces zorgvuldig te doorlopen.

De lange doorlooptijd komt met name doordat na het besluit om de regeling te beëindigen, duidelijk werd dat er deelnemers kunnen zijn van wie niet bekend is of zij in aanmerking komen voor een VPL-aanspraak. Dit betreft werknemers van ondernemingen die met terugwerkende kracht zijn aangesloten bij ons pensioenfonds. Deze deelnemers zijn in de gelegenheid gesteld om vóór 1 juni 2015 aan te tonen dat zij aan alle voorwaarden voldoen.

De beoordeling van de verzoeken die zijn binnengekomen, bleek meer tijd in beslag te nemen dan wij aanvankelijk dachten. De uiteindelijke verdeling van de aanspraken kan pas plaatsvinden wanneer exact bekend is welke deelnemers aanspraak kunnen maken op de VPL-regeling. Het onderzoek bevindt zich momenteel in een afrondende fase. Begin 2016 verwachten we duidelijkheid te kunnen verschaffen aan u en de deelnemers die het betreft.

De deelnemers met bestaande VPL-aanspraken zijn deze maand per brief geïnformeerd over de vertraagde voortgang van de afhandeling.

4. Verzekerd partnerpensioen 

Vraag:  

In de onlangs verstuurde UPOAfkorting voor Uniform Pensioenoverzicht. Een persoonlijk pensioenoverzicht dat deelnemers ontvangen van hun pensioenfonds.’s staat dat er geen opgebouwd partnerpensioen aanwezig is bij overlijden na de pensioendatum. In de brief over de wijziging van de pensioenregeling wordt echter gesproken over partnerpensioen op opbouwbasis.

Antwoord:

De gegevens in de UPO’s die in augustus 2015 zijn verzonden, zijn gebaseerd op de situatie per 31 december 2014. Tot en met 31 december 2014 was de opbouw van het partnerpensioen op risicobasis. Dit betekent dat er alleen een partnerpensioen geregeld is tijdens het actieve dienstverband. Bij uitdiensttreding of pensionering komt dit partnerpensioen op risicobasis automatisch te vervallen. Dat is ook de reden waarom in het UPO geen aanspraak op partnerpensioen aanwezig is na de pensioendatum.

Ons pensioenfonds heeft de deelnemers bij uitdiensttreding of pensionering echter altijd de keuze gegeven om een deel van het ouderdomspensioen uit te ruilen voor een (lager) ouderdomspensioen in combinatie met een partnerpensioen. Zodat er ook na uitdiensttreding of pensionering een partnerpensioen aanwezig is voor de partner. Dit partnerpensioen is echter pas zichtbaar op de UPO’s die worden verstrekt bij uitdiensttreding of pensionering.

Per 1 januari 2015 is onze pensioenregeling gewijzigd en is er een partnerpensioen op opbouwbasis aanwezig. Dit betekent dat er altijd een partnerpensioen aanwezig is voor de partner. Tevens is het ouderdomspensioen van de actieve deelnemers dat is opgebouwd tussen 1 januari 2001 en 31 december 2014, uitgeruild voor een (lager) ouderdomspensioen in combinatie met een partnerpensioen. Mits zij geen bezwaar hebben gemaakt tegen deze omzetting. Zo is er over de hele periode een ouderdomspensioen in combinatie met een partnerpensioen aanwezig.

In het UPO met de stand per 31 december 2015 zijn deze wijzigingen zichtbaar. De deelnemers ontvangen dit overzicht in 2016.

5. Gegevens in werkgeversportal

Opmerking: 

Waarom is het niet mogelijk om meer gegevens door te geven via de portal, zoals huwelijken en verhuizingen?

Reactie: 

Ons pensioenfonds is aangesloten op de gemeentelijke basisadministratie. Dit betekent dat wij verhuizingen, huwelijken, echtscheidingen en overlijdens binnen Nederland automatisch ontvangen. Alleen wanneer een van deze gebeurtenissen in het buitenland plaatsvindt, dient dit actief aan ons te worden doorgeven. Daarnaast ontvangen we als fonds geen bericht van samenlevingsovereenkomsten. Deze kan de deelnemer via het deelnemersportaal of per e-mail doorgeven. Wij informeren de deelnemers voortdurend over deze mogelijkheden.

6. Toeslagverlening 

Vraag: 

Staat de toeslagverlening in de komende jaren onder druk?

Antwoord: 

De toeslagverlening staat de komende jaren inderdaad onder druk. Dat komt doordat de regels op dit punt zijn aangescherpt. Zo zijn de financiële buffers verhoogd die een fonds nodig heeft om een toeslag te mogen toekennen. Daarnaast is de rente momenteel historisch laag. Los daarvan is het beleid van ons fonds gericht op het waarborgen van opgebouwde pensioenen, in lijn met de risicohouding. Pas als de pensioenen voldoende zijn gewaarborgd, komt toeslagverlening in beeld.

7. Overzichten premienota

Vraag: 

Is het mogelijk om de pensioenpremies op jaarbasis in te zien?

Antwoord: 

Ja, dat is mogelijk in de werkgeversportal. Dit betreft wel alleen de premies die zijn afgerekend, dus geen voorschotten.

Een voorbeeld: stel in kwartaal 4 van 2015 ontvangt onderneming A de afrekennota met een totaalbedrag van € 10.000,-, waarvan € 2.000,- betrekking heeft op 2014. Dan wordt in de werkgeversportal bij de afgerekende premie van 2015 € 8.000,- bijgeschreven en bij de afgerekende premie van 2014 wordt € 2.000,- bijgeschreven.

8. Engelstalige website

Vraag: 

Is de nieuwe website ook beschikbaar in het Engels?

Antwoord: 

Nee, maar er is wel een korte samenvatting van de pensioenregeling beschikbaar in het Engels. Een volledig Engelstalige website staat niet op de planning voor de korte termijn. Hiermee gaan hoge kosten gepaard en daarvoor is de vraag naar Engelstalige informatie niet groot genoeg.