Wie denkt aan het jaar 2020, denkt aan corona. De coronacrisis hield onze branche vanaf maart in zijn greep. Dankzij de inzet en flexibiliteit van veel mensen, is het fonds het jaar goed doorgekomen. De omstandigheden bewijzen het belang van bestuurders uit de branche, zegt Boudewijn Heineman: “Zij weten wat er speelt op de werkvloer en wat er nodig is.”
Hoe is Bpf Foodservice 2020 doorgekomen?
“Onze branche had veel last van corona. Werkgevers die in de ‘out of home’-markt zitten, zagen hun omzet (meer dan) halveren. Zij vormen 80% van onze achterban en leveren aan de buitenhuismarkt, zoals restaurants, cafetaria’s, kantines en zorglocaties. Maar er was ook een minderheid van 20% die werk in overvloed had. Dat waren de distributiecentra voor supermarkten. Gelukkig is er overheidsondersteuning gekomen. Daardoor zie je dat het aantal faillissementen tot nu toe meevalt. Het is nu maart 2021. We moeten afwachten of dat zo blijft als alles weer vol gaat draaien.”
Weinig faillissementen tot nu toe. Maar wel minder personeel?
“Veel bedrijven hebben personeel afgeschaald, inderdaad. Het ging vooral om flexmensen en uitzendkrachten. De vaste krachten die bij ons fonds pensioen opbouwen, hebben hun baan niet massaal verloren. Voor hen is ook pensioenpremie afgedragen. Omdat we wisten hoe moeilijk het was voor sommige bedrijven, hebben we als fonds gespreid betalen aangeboden. Daar is op grote schaal gebruik van gemaakt. Onze werkgevers zijn erg loyaal. Ook tijdens corona is het pensioen door werkgevers voor het grootste gedeelte keurig betaald.”
De branche had last van corona, maar het fonds ook
“Onze financiële positie werd opeens veel slechter in maart 2020. Er was veel onzekerheid op de financiële markten. In de loop van het jaar herstelde zich dat. We konden de pensioenen per 1 januari 2021 helaas niet verhogen. Van een verlaging is bij ons fonds ook geen sprake geweest. Het bestuur heeft ondanks corona gewoon doorgedraaid. Alles is online gegaan. Fysieke vergaderingen worden niettemin wel gemist. Maar je went eraan.”
En u hebt al veel meegemaakt als ervaren fondsbestuurder...
“Sinds 1991 ben ik werkzaam in de Foodservice branche bij Bidfood en zijn voorgangers (Makro, Gastronoom, Deli XL). Ik heb een financiële achtergrond. Van 2005 tot mijn pensioen in 2016 was ik financieel directeur. De afgelopen 12 jaar was ik betrokken bij het pensioenfonds. Als werkgever leg je veel geld in bij het fonds. Dan wil je ook weten wat er met die euro’s gebeurt. Voor je bedrijf, maar ook voor je werknemers. Pensioen is de belangrijkste secundaire arbeidsvoorwaarde. Daarom ben ik in het fondsbestuur gegaan. Wij zitten er niet voor onszelf, maar voor onze achterban, de werknemers.”
Waarom is een vertegenwoordiger uit de branche belangrijk?
“We weten wat er speelt op de werkvloer en wat er nodig is. Ik neem bijvoorbeeld namens de werkgeversorganisaties ook deel aan cao-overleg. Je hebt een paar petten op. Dan weet je wat er in de branche speelt, ook op andere gebieden dan pensioen. Je overziet de hele branche.”
“Dat is belangrijk voor een bedrijfstakpensioenfonds. Het is mogelijk om een bestuur te vormen met alleen onafhankelijke pensioenfondsbestuurders. Maar met alleen professionals uit de financiële sector ben ik bang dat je de belangen van de branche op een gegeven moment uit het oog verliest. Deze professionals weten alles van pensioen. Dan wordt het een financieel product. Als je uit de branche komt, ken je het belang van de pensioenregeling voor de werknemer en weet je precies voor wie je het doet.”
Wat merkt een werknemer daarvan?
“In de manier waarop wij het organiseren. Het belang van de deelnemer staat voorop: (oud-) werknemers en gepensioneerden. Pensioen is voor onze werknemers geen luxe. De salarissen zijn gemiddeld genomen niet heel hoog. Daarop richten wij onze risico’s in. We zijn dus erg voorzichtig, want pensioen is voor onze achterban essentieel om rond te kunnen komen na hun pensionering. We houden het simpel. We leggen dingen uit in de taal die de werknemers spreken. Dit verkort jaarverslag is daar een voorbeeld van. Zo krijgen onze deelnemers snel een goed leesbaar overzicht.”
Er zijn ook bestuurders namens de vakbonden
“Ja, en juist die combinatie van verschillende vertegenwoordigers is prettig. Je combineert de sociale achtergrond van een vakbond met de wat meer zakelijke achtergrond van werkgevers. Dat maakt het bestuur sterk. En het is niet zo’n ‘dooie boel’ als veel mensen denken. Pensioen is serieus en we hebben allemaal interesse in het product pensioen. Maar we hebben met ons bestuur ook veel lol. Daarom ben ik ook na mijn pensionering nog betrokken gebleven. Dit is mijn laatste jaar. Die directe betrokkenheid ga ik het meeste missen.”
Wat komt er in 2021 af op het fonds?
“De lage rente is en blijft spannend. Bij een lage rente moet een pensioenfonds veel geld opzij zetten om later de pensioenen te kunnen betalen. Inmiddels is de rente gestegen en zie je onze financiële positie ook meteen verbeteren. We doen het goed als fonds. En we doen er alles aan dat dat zo blijft.”
“De belangrijkste ontwikkeling is, denk ik, het nieuwe pensioenstelsel. Daar zijn we als fonds heel druk mee, omdat we snel over willen naar het nieuwe systeem. Voor de deelnemers is dat het beste, maar ook voor ons fonds. We willen aantrekkelijk blijven voor werkgevers die zich vrijwillig willen aansluiten. Straks krijgen we meer duidelijkheid over de nieuwe regels. Ook dit jaar wordt weer een bijzonder jaar voor het pensioenfonds.”