Nieuws

Voorlopig akkoord over toekomstige pensioenstelsel

U hebt het nieuws misschien al in de media opgevangen. Dinsdag 4 juni bereikten het kabinet en de sociale partners een principe-akkoord over het toekomstige pensioenstelsel.

Nog niet alle punten staan op de i en de vakbonden overleggen nog met hun achterban. Ook geeft een verdere uitwerking later pas duidelijkheid over de precieze gevolgen.

Wat is wel al bekend over dit akkoord?

Er staan afspraken in over de AOW (pensioen van de overheid) en het aanvullend pensioen dat u opbouwt via uw werk, zoals bij ons pensioenfonds.

1. Over het aanvullend pensioen

  • De manier waarop u pensioen opbouwt verandert. Nu bouwt u een pensioen op dat afhangt van hoeveel u verdiend hebt tijdens uw loopbaan. Straks bouwt u een kapitaal op waarmee u een pensioen koopt op pensioendatum. De hoogte van dit kapitaal vormt dan het uitgangspunt voor hoe hoog uw pensioen wordt. Het pensioenfonds ‘belooft’ u geen vooraf vastgestelde uitkering meer.
  • Pensioenfondsen hoeven straks minder financiële buffers aan te houden. Als het goed gaat kunnen we de pensioenen eerder verhogen, maar als het slecht gaat moeten we ze ook eerder verlagen.
  • Verder is afgesproken dat de zogeheten doorsneesystematiek wordt afgeschaft. Nu krijgt iedereen voor dezelfde euro aan premie hetzelfde toekomstige pensioenbedrag. Dat klinkt eerlijk, maar in feite is het een geldoverdracht van jong naar oud, want een euro die een dertiger inlegt is meer waard – omdat die langer belegd kan worden – dan een euro die een zestiger inlegt. Hierdoor betaalt een deelnemer de eerste helft van zijn werkzame leven relatief veel premie en de tweede helft relatief weinig. Volgens het akkoord krijgen jongeren meer pensioenopbouw voor hun premie.
    Dit is nadelig voor mensen vanaf 35 jaar, omdat zij in het oude stelsel juist meer hebben betaald, maar de situatie dat zij in de toekomst relatief minder hoeven te betalen niet meer zullen meemaken door de invoering van het nieuwe stelsel. Er wordt gezocht naar manieren om hen te compenseren. Werkgevers en werknemers moeten hierover nog afspraken maken.

2. Over de AOW

De AOW is het pensioen dat u vanaf een bepaalde leeftijd van de overheid ontvangt. De AOW-leeftijd gaat minder hard stijgen. In het akkoord is de leeftijd voor de komende twee jaar vastgezet op 66 jaar en vier maanden. Daarna stijgt de AOW-leeftijd naar 67 jaar in 2024. Vanaf dan wordt de stijging gekoppeld aan de gemiddelde levensverwachting. Leven we allemaal gemiddeld 1 jaar langer dan stijgt de AOW. Die stijging is dan niet 1 jaar, zoals nu, maar 8 maanden.

Ook is er in het akkoord afgesproken dat het voor de laagst betaalde beroepen (vaak zijn dit de zware beroepen) aantrekkelijker wordt gemaakt om drie jaar eerder met pensioen te gaan.

Verder zijn er nog afspraken gemaakt voor ZZP’ers, zodat zij makkelijker kunnen sparen voor hun pensioen. Zij moeten zich verplicht gaan verzekeringen tegen arbeidsongeschiktheid.

Hoe nu verder?

De verdere uitwerking van het principe-akkoord zal duidelijkheid geven over de precieze gevolgen voor het pensioen van de overheid (AOW) én voor het pensioen van uw pensioenfonds. Minister Koolmees wil de nieuwe regels in 2021 invoeren.

Uiteraard houden wij u op de hoogte over de gevolgen voor uw pensioen bij ons fonds.